Binnenkijken bij...

Binnenkijken bij Butterfly Effect van ondernemer Stijn van Kreij

23 juli 2024
Binnenkijken bij Butterfly Effect van ondernemer Stijn van Kreij

Butterfly Effect bouwt zorgzame gemeenschappen met ‘buurtverbinders’. Deze zogeheten buurtverbinders komen in de buurt te wonen en zijn als bewoners twee dagdelen in de week actief voor de gemeenschap. Het creëren en ontwikkelen van deze gemeenschappen doet het bedrijf veelal in samenwerking met zorgorganisaties, woningcorporaties en gemeenten. Butterfly verzorgt de werving en coaching van de verbinders. 

Stijn van Kreij (48) kwam er tijdens zijn werk in de langdurige zorg achter dat hij onderdeel was van een hele grote sector waarin het ingewikkeld is om echt gelijkwaardig samen te werken met cliënten, vrijwilligers en familieleden. Omdat alles nu eenmaal vast is gelegd met beleid en we geleerd hebben om vanuit dat professionele beleid te denken en handelen, is gelijkwaardige samenwerking bijna onmogelijk. Om deze patronen te doorbreken is het in Stijns ogen essentieel om mensen samen te brengen in een gemeenschap. Een gemeenschap waarin buurtbewoners zelf samen het dagelijkse leven vormgeven, samen leven en elkaar helpen, en dat de zorg daarop afgestemd wordt. Dat is waar Butterfly Effect nu zo’n vijf jaar mee bezig is.

Allereerst over het bedrijf: is het uniek in de markt wat jullie doen?

“Vijf jaar geleden waren we echt een van de eersten die dit deden. Nog steeds hebben we maar weinig concurrentie op dit vlak, omdat we ons heel specifiek richten op werving en coaching van bewoners die onderdeel zijn van die woongemeenschap – zogeheten buurtverbinders. Er zijn wel burgerinitiatieven, maar nog maar weinig organisaties die er actief in zijn. Wij kunnen onszelf inmiddels specialist noemen op dit gebied en daar zijn we dus best uniek in.”

“We hebben als samenleving een lange tijd gedacht dat de overheid de grote maatschappelijke problemen voor ons zou op lossen, maar het blijkt dat ze dat niet in haar eentje kan.”

Stijn over waarom hij dit initiatief is begonnen

Waarom ben je Butterfly Effect begonnen?
“Omdat ik in de langdurige zorg zag waar het mis ging. We hebben als samenleving een lange tijd gedacht dat de overheid de grote maatschappelijke problemen voor ons op zou lossen, maar het blijkt dat ze dat niet in haar eentje kan. Als je kijkt naar problemen zoals de woningnood, de druk op de zorg, maar ook de problemen met betrekking tot het klimaat, dan heeft de overheid burgers en ondernemers gewoon echt nodig om deze op te lossen. Ik geloof in de kracht van burgerschap in combinatie met ondernemerschap, maar daar moet de overheid dan wel ruimte voor creëren en die ruimte wordt steeds vaker gegeven. Wij ondersteunen gemeenten, zorgorganisaties en woningcorporaties in het creëren van ruimte voor burgers die iets voor anderen willen betekenen.”

Waar kwam de naam vandaan en wat is jullie missie?
“Ik vond the butterfly effect altijd al een mooie term. Het begrip komt uit de chaostheorie en gaat ervan uit dat één vlinderslag aan de ene kant van de wereld, een orkaan kan veroorzaken aan de andere kant van de wereld. Wij zien al die kleine, toevallige ontmoetingen binnen de gemeenschappen als vlinderslagen. Daarmee zorgen we dat mensen met meer plezier met elkaar wonen, waardoor zij minder eenzaam zijn. Ook dragen we bij aan het verlagen van de werkdruk in de zorg, omdat mensen veel meer voor elkaar zorgen. Die vlinderslagen hebben meer effect dan je in eerste instantie denkt. Alles bij elkaar zorgt onze organisatie op veel gebieden voor een verhoogd welzijnsgevoel.”

Gaat het vooral om het helpen van zorgbehoevende mensen?
“Nee, zorg is lang niet altijd de hoofdmoot. Natuurlijk is vergrijzing in veel buurten wel een thema en daar komt op een bepaald moment fysieke of mentale kwetsbaarheid bij kijken, maar zeker niet alle gemeenschappen zijn zorg-georiënteerd. STEK in Den Bosch bijvoorbeeld, is een wijk die vooral draait om groene ruimtes, tiny houses en gedeeld vervoer, waar de bewoners zich veel meer verbinden met de gezamenlijke missie van duurzaamheid, circulariteit en wonen in het groen.”

Hoe ziet zo’n gemeenschap er precies uit?
“Die bestaat uit een groep bewoners van tussen de 150 en 500 mensen. Dat is de groepsgrootte waarin je niet anoniem bent, maar elkaar ook niet allemaal door en door kent. Met een goede balans tussen privacy en verbinding. Onze gemeenschappen zijn gericht op het verbinden van uiteenlopende mensen van verschillende generaties, met verschillende behoeften, en bijvoorbeeld met en zonder een zorgvraag. Als je op die manier mensen met elkaar verbindt, bruist een gemeenschap echt. Maar ook hier is geen sprake van een blauwdruk: iedere gemeenschap is uniek.”

“In Nederland lag de focus op persoonlijke ontwikkeling van het individu, waar het in die blue zones draait om de ontwikkeling van de gemeenschap.”

Zijn er gemeenschappen die jij als voorbeeld ziet?
“Je kent vast de blue zones, een aantal zones in de wereld waar mensen gemiddeld langer en gelukkiger leven. Dat zijn zones die vaak bestaan uit kleinere gemeenschappen, waar mensen zelf nog hun groenten en fruit verbouwen, waar ze iedere dag naar de markt lopen, heel mobiel zijn en zelfredzaam zijn als gemeenschap. Daar kunnen we heel veel van leren. In Nederland ligt de focus op persoonlijke ontwikkeling van het individu, waar het in de blue zones draait om de ontwikkeling van de gemeenschap.”

Zijn zulke blue zones te kopiëren?
“Nee, dat zeker niet. We hebben hier een stedelijke omgeving natuurlijk, maar ik verwacht wel dat we de komende decennia heel anders gaan bouwen. Waar we nu nog veel meer in losse eenheden denken en bouwen, gaan we in de toekomst ook bouwen met de vraag: hoe kunnen we ontmoetingen tussen buurtbewoners makkelijker mogelijk maken? Ik denk dus wel dat we een aantal aspecten van de blue zones overnemen, maar wel in onze stedelijke context.”

Even over jou: wat is je favoriete boek?
“The Fountainhead, van Ayn Rand. Een controversieel, maar daardoor ook uitdagend boek. Het gaat over twee hoofdpersonen die op twee manieren in het leven staan. De ene hoofdpersoon kijkt heel erg naar wat er van hem verwacht wordt door de buitenwereld, terwijl de ander juist heel autonoom in het leven staat. Heel interessant, omdat ik deze spanning als persoon regelmatig voel in mijn ondernemerschap. Ik ben enerzijds vanuit vroeger altijd gewend geweest om me te vormen naar wat er van me verwacht wordt. Anderzijds ben ik, naarmate ik ouder werd, autonomer gaan denken en handelen. Zo zie ik mijn rol ook binnen Butterfly Effect: vanuit de ervaring die ik heb met doen wat anderen verwachten, heb ik nu een rol waarin ik met meer autonomie aan de slag ga. Toch draait alles om de verbinding met anderen om samen onze missie te bereiken.”

“Ik geloof heel erg in onze missie en sta iedere dag met plezier op om allerlei praktische knelpunten die we onderweg tegenkomen één voor één aan te pakken.”

Waar sta je ’s ochtends voor op?
“Ik hou heel erg van leren door te doen. Het leuke aan het bouwen van een bedrijf is dat je veel leert op heel verschillende vlakken. Ik geloof heel erg in onze missie en ik sta iedere dag met plezier op om allerlei praktische knelpunten die we onderweg tegenkomen één voor één aan te pakken.”

Wat is je grootste les van het afgelopen halfjaar als ondernemer?
“Dat je in de ontwikkeling van je team heel goed moet kijken of je met dezelfde kernwaarden en proactieve houding in het werk staat. Zeker met een klein team is het cruciaal dat iedereen met veel enthousiasme aan de slag wil. Dat is de mentaliteit die we heel erg nodig hebben, maar die niet vanzelfsprekend is. Daarnaast heb ik moeten leren loslaten naarmate het team groeit. Mensen meer verantwoordelijkheid geven door ze de ruimte te geven om het op hun eigen manier te doen, is echt iets wat ik moest leren. En dit blijft bij elke volgende stap van de organisatie weer een uitdaging.”

Hoe zou jij succes omschrijven voor jezelf als ondernemer?
“Als we maximaal leren van wat we meemaken en zo snel mogelijk beter worden in wat we doen, dan ben je in mijn ogen succesvol, omdat je de kans op succes zo groot mogelijk maakt. In combinatie met een businessmodel dat duurzaam is, dat is natuurlijk belangrijk. Verder is meer impact maken door te groeien in het aantal buurtverbinders die we huisvesten en coachen, zonder de kern en je cultuur te verliezen, ook een mooie vorm van succes.”

Wat is tot nu toe jouw grootste succes geweest?
“Ik denk het afgelopen jaar de realisatie van vier nieuwe gemeenschappen. Daar zijn we in 2022 begonnen en deze zijn in 2023 tot bloei gekomen. Daarin hebben we steeds meer kunnen laten zien wat we beogen en waarom we dit doen, wat anderen inspireert om in te zetten op het versterken van de gemeenschapskracht in Nederland.”

En zijn er tegenslagen geweest waar je veel van hebt geleerd?
“In een project waarin we tiny houses gingen plaatsen, moesten de betreffende zorginstellingen toestemming krijgen voor het tijdelijk opstalrecht. Dat proces duurde erg lang, waardoor wij geen hypotheekrechten konden vestigen, terwijl we de woningen al besteld hadden en dus leningen nodig hadden. Daar heb ik wel een paar nachten van wakker gelegen, want we hadden op dat moment failliet kunnen gaan door iets wat zo onbenullig en administratief lijkt. De les was dat we veel eerder deadlines moeten instellen en daar strakker op moet sturen.”

Is het voor jou een uitdaging om de balans te houden tussen werk en privé?
“Dat valt wel mee. Ik ben in mijn werk in de zorg een jaar of 15 geleden een keer de balans verloren, omdat ik te veel met werk bezig was en me niet goed meer kon ontspannen thuis. Door die ervaring leerde ik vaker ‘nee’ te zeggen en de balans actief te bewaken. Dat gaat inmiddels goed.”

“In 2030 willen dat er 10.000 buurtverbinders actief zijn in zo’n duizend gemeenschappen. Dat is onze big, hairy, audacious goal.”

Waar zie je jullie in de toekomst?
“In 2030 willen we dat er 10.000 buurtverbinders actief zijn in zo’n duizend gemeenschappen. Dat is onze big, hairy, audacious goal. Ik ben ervan overtuigd dat de maatschappelijke behoefte er is. Het gaat er ons ook niet om dat wij dat allemaal doen, maar we willen er een belangrijke rol in spelen in de transitie naar bruisende gemeenschappen.”

BIF  heeft in jullie geïnvesteerd, klopt dat?
“Zeker, we hebben een investering gehad waarmee we de ruimte hebben gekregen om alles veel beter op te zetten. Dit heeft ons geholpen in de overbrugging van de opstart-periode waarin we al wel waren begonnen met de dienstverlening en het bekendmaken van wat we doen, maar we nog te weinig omzet hadden om een team draaiende te houden. Die investering heeft ons die ruimte gegeven. Dit jaar verwachten we break-even te draaien en dat komt op een goed moment in onze ontwikkeling van start-up naar scale-up.”

Speelt BIF, naast die investering, nog een andere rol?
“Zeker. Naast de investering, is vooral ook de coaching vanuit BIF heel waardevol. Abel Slippens was onze coach in het eerste jaar en op dit moment worden we gecoacht door Maddy Goossens. Zij hebben alle twee heel veel ervaring met het opbouwen van een organisatie, het bouwen van een team en het focussen op een bepaald segment van de markt. Al die kennis is heel waardevol en draagt bij aan het bepalen van onze strategie en mijn ontwikkeling als ondernemer. Daarnaast zijn Chantal van den Wassenberg en Teun Onstenk (BIF) ook belangrijk om kritisch mee te kijken op het financiële vlak, in combinatie met onze strategie. Dat zijn hele waardevolle zaken waarbij we echt geholpen worden.”

Wat vind je van de vormgeving van de community hier?
“Ik merk dat de Grasso-community steeds meer gaat leven. Door het organiseren van events die waarde toevoegen op gebieden die mensen bezig houden, ontstaan er meer verbindingen tussen de ondernemers die hier actief zijn. Ik ben ook fan van de Networkout die in de Grasso wordt georganiseerd, maar ook op een ander tijdstip elders in de binnenstad actief is. Verder kan er denk ik nog gekeken worden naar het faciliteren van toevallige ontmoetingen, door middel van gezamenlijke ruimtes bijvoorbeeld. We leren bij Butterfly Effect dat de inrichting van de (collectieve) ruimtes hier een belangrijke katalysator in kan zijn. We houden ons bezig met hoe de inrichting van het gebouw de kans op toevallige ontmoeten kan vergroten.”

“Omarm kritiek van mensen die betrokken zijn bij je missie. Je wil in de startfase je eigen businessmodel om zeep helpen, zodat je leert wat wél werkt, voordat je er vanuit de markt achter komt.”

De laatste vraag: wat is jouw gouden tip aan de nieuwe generatie ondernemers?
“Omarm kritiek van mensen die betrokken zijn bij je missie. Je wil je in de startfase je eigen businessmodel om zeep helpen, zodat je zo snel mogelijk leert wat wél werkt, voordat je er vanuit de markt achter komt. Je moet zo kritisch mogelijk bekijken of je iets goeds te pakken hebt. Zie kritiek als bron van kennis, niet als aanval op jouw idee. Mensen geven kritiek omdat ze je idee waarderen. Blijf wel autonoom denken, maar luister goed en bekijk wat je daarvan kunt leren. Dat is niet altijd makkelijk omdat je soms zo sterk gelooft in je eigen idee. Juist die zelfkritiek draagt bij aan snel leren van de signalen uit de markt.”

 

 

meer weten over butterfly effect?