“Er stond een grote vertaalfout op de voorkant van de verpakking, waardoor de supermarkt de order wilde cancelen. Toen stond ik daar boven op een berg in de natuur met een steen in mijn maag.”

Wat heb je allemaal gedaan voordat je begon met ondernemen?
“Nou, ik heb ook ooit al een parttime-onderneming gehad. Ik was exportmanager, verkocht snoep dat gekoppeld was aan licenties, zoals Disney Cars en Frozen. Voor dat bedrijf moest ik veel reizen naar landen als Canada en Australië. Daar kwam ik in hele grote barbecuewinkels, zoals Barbecue Galore. Barbecueën was toen helemaal nog geen ding in Nederland en ik zag daar wel potentie in, dus ben ik daar met een compagnon een webshop voor gaan bouwen. Maar zo’n webshop bouwen was nog niet zo eenvoudig als tegenwoordig en uiteindelijk is dat niks geworden, maar dat was wel voor de eerste keer dat ik aan het ondernemen rook. Nu, kijkend naar hoe populair barbecueën tegenwoordig ook in Nederland is, was het echt geen slecht business idee.”

Je had dus ook al wel ervaring met snoep?
“Ja! Ik ben ooit begonnen als category manager bij Jamin. Dus de inkoopkant. Van daaruit kreeg ik interesse voor verkoop, en toen ben ik export manager geworden voor een van de leveranciers van Jamin. Daar heb ik veel ervaring opgedaan en heb ik mijn huidige compagnon Rob leren kennen. Hij was marketing manager en ik sales manager, dus we hadden veel raakvlakken. We reisden best vaak samen en hadden ook al eens kantoren opgezet in Tsjechië en Polen. In het buitenland praatte hij dan met Disney over snoeplicenties en zorgde ik dat het snoep verkocht werd in de supermarkten.”

En hoe is het idee voor Fruitfunk ontstaan?
“Het idee ontstond toen we in Brazilië in gesprek waren met Disney. Zij gaven aan dat wanneer we verantwoord snoep zouden hebben, we direct een contract zouden krijgen. Niemand in Zuid-Amerika bood dit nog aan. Toen zei Rob: volgens mij zitten er kansen in dat verantwoorde snoep. Van daaruit zijn we het concept gaan ontwikkelen, wat we eerst nog aan onze baas hebben gepresenteerd. Toen er binnen ons bedrijf geen gehoor werd gegeven aan dat idee, heb ik op een bepaald moment besloten om ontslag te nemen en zijn we het zelf gaan doen. Ik ben toen het concept verder uit gaan werken en niet veel later zijn we samen aan de slag gegaan.”

Wat ontbijt je?
“Iedere ochtend hetzelfde. Kwark, muesli en een smoothie.”

Waar sta je ’s ochtends voor op?
Lachend: “Nou, ik ben een koning van de sleur, dus ook dat is iedere ochtend hetzelfde. Ik heb een gezin en sta iedere ochtend om 10 over 7 op en ga ik de hond uitlaten. Mijn vrouw maakt ontbijt voor iedereen en als ik terugkom zijn de pubers wakker. We ontbijten, vervolgens gaan de kinderen naar school, mijn vrouw naar haar werk en ik breng de hond mee naar kantoor of naar de opvang en dan begin ik rond half 9 met werken.

Wat doet Fruitfunk?
“Fruitfunk bedenkt, maakt en verkoopt verantwoorde snoep- en snackconcepten. Dat houdt concreet in dat wij naar de supermarkt gaan en proberen om de categorie zoetwaren gezonder te maken. Dat hebben we gedaan door een product te ontwikkelen dat helemaal gemaakt is van fruit, dat geportioneerd verpakt is naar de maximale hoeveelheid wat een kind zou moeten eten. Verder ziet het er leuk uit qua verpakking en is het vooral gewoon heel erg lekker.”

Wat is tot nu toe je grootste succes geweest?
“Dat we nog bestaan, denk ik. Toen we negen jaar geleden de bv oprichtten, voorzagen we echt wel dat verantwoorde voeding de toekomst zou zijn, maar de aanloop is langer geweest dan we dachten. We hebben een voedingsproduct en ik geloof dat 8 van de 10 food-introducties mislukken, dus de kans dat we het gingen halen was eigenlijk niet heel groot. Maar we hadden de ambitie en het geloof dat het zou gaan werken. Dat heeft veel tijd en heel veel geld gekost, maar we zijn er nog en we zitten nu in een fase dat het allemaal begint te renderen en het merk echt begint te groeien in herkenbaarheid. Dat is mooi.”

“Dat succes voelen we nu sinds een jaar of anderhalf en grappig genoeg moet ik nog heel erg wennen aan het feit dat ik geen reden heb om gestrest te zijn.”

Is er een specifiek omslagpunt geweest naar dat succes?
“Dat is wel echt een geleidelijk proces geweest, maar je merkt het aan verschillende dingen. Je merkt dat je je om andere dingen druk gaat maken dan alleen overleven en het betalen van rekeningen. Eigenlijk moet je dan het woord startup niet meer gebruiken. Dat succes voelen we nu sinds een jaar of anderhalf en grappig genoeg moet ik nog heel erg wennen aan het feit dat ik geen reden heb om gestrest te zijn.”

Brengt dat ook weer nieuwe uitdagingen met zich mee?
“Ja zeker. Waar we eerst bezig waren met deuren intrappen om een nieuw concept te verkopen, moeten we nu echt overschakelen naar het managen. Het managen van het personeel, de logistiek, de inkoop en de voorraden. Dat brengt eigenlijk een heel ander soort ondernemen met zich mee dan wanneer je de markt op komt met iets.”

“Wij hadden geen end of runway, we kochten gewoon iedere keer weer een beetje startbaan bij als dat moest.”

En hoe ben je die zeven jaar dan doorgekomen?
“Doorbuffelen en koppig zijn. Mensen hebben tegen mij weleens gezegd, zou je er niet mee stoppen? Het is bij mij nooit in me opgekomen om er mee te stoppen. Het moest gewoon gaan gebeuren. Mensen vroegen me naar onze end of runway – het punt waarop we als startup geen financiële middelen meer zouden hebben om door te kunnen blijven gaan. Wij hadden geen end of runway, we kochten gewoon iedere keer weer een beetje startbaan bij als dat moest.”

Van tegenslagen leren we. Heb jij geleerd van je tegenslagen?
“We hebben best veel tegenslagen gekend en daar ook veel van geleerd. Het vervelende aan lessen die je leert uit tegenslagen is dat het ook ten koste gaat van een zekere onbezonnenheid. Naarmate je als ondernemer meer meemaakt en tegenslagen kent, wordt je handboek ook steeds dikker. Je ziet dan steeds meer beren, wat ten koste kan gaan van de positiviteit als ondernemer.”

Heb jij een specifieke tegenslag gekend waar je een belangrijke les uit hebt geleerd?
“De grootste tegenslag begon nadat we de allergrootste order van ons leven hadden gekregen. Een order van een paar honderd duizend euro uit Polen, die ons uiteindelijk heel veel geld heeft gekost. Toen we die order kregen, was ik zo blij dat ik Rob geëmotioneerd opbelde om het te vertellen. Dit was hét bewijs dat ons bedrijf ging slagen. We waren door het dolle heen, maar we hadden heel weinig tijd om de order te leveren. Alle verpakkingen moesten vertaald worden naar het Pools. Dat moest heel snel gebeuren en als iets te snel moet, gaan er dingen mis. Ik weet nog dat ik aan het hiken was met drie vrienden in Duitsland toen de telefoon ging. Het was Rob die me vertelde dat we een probleem hadden. Er stond een grote vertaalfout op de voorkant van de verpakking, waardoor de supermarkt de order wilde cancelen. Toen stond ik daar boven op een berg in de natuur met een steen in mijn maag. We dachten echt: dit is het faillissement. Ik ben uiteindelijk twee dagen later naar Polen gevlogen en heb daar net zolang op de voordeur van het hoofdkantoor staan bonzen tot ik de inkoper kon spreken. Ik heb toen een gesprek gekregen en ze hebben zelfs een boardmeeting gehouden om onze casus te bespreken. Uiteindelijk hebben we een deel van de order kunnen redden. Uiteindelijk hebben we alles omgepakt, een grotere lening afgesloten en meer aandelen verstrekt. Het heeft ons veel gekost, maar we hebben wel de belangrijke les geleerd: als iets te moeilijk is, dan kun je zelfs de mooiste kans met een ‘nee’ beantwoorden.”

“Er stond een streepje door de letter ‘L’, waardoor het in het Pools alfabet een ‘W’ wordt en de betekenis van het woord compleet veranderde. Dat kostte ons een paar honderd duizend euro.”

Uit nieuwsgierigheid: wat hadden jullie precies fout gedaan met die vertaling dan?
“Er stond een streepje door de letter ‘L’, waardoor het in het Pools alfabet een ‘W’ wordt en de betekenis van het woord compleet veranderde. Dat kostte ons een honderd duizend euro.”

Wat betekent succes voor jou?
“Vroeger zou ik gezegd hebben: succes is als je bedrijf zo winstgevend is dat je ervan kunt leven. Nu zeg ik: succes is als je op dit moment gelukkig bent met je gezin samen en dat je doet wat je leuk vindt. Dat hangt niet direct samen met de hoeveelheid geld die je verdient.”

Wie of wat inspireert jou?
“Iedereen die passie heeft.”

Hoe verdeel jij de balans tussen werk en privé?
“Dat is heel simpel: ik ben mijn werk en mijn werk ben ik en daar moet je mee omgaan. Jezelf leren kennen is daar belangrijk in. Mijn compagnon vindt het heel fijn om kantoor te zijn en om lang te werken. Hij heeft een tweede kind gekregen en moet nu weer op zoek naar de nieuwe balans. Ik krijg door onze groei langzaam een andere rol in het bedrijf. Daar horen andere werkzaamheden bij, waardoor ik ook weer opnieuw op zoek moet naar de balans. Het is belangrijk om er altijd mee bezig te blijven denk ik.”

BIF is een van de aandeelhouders, hoe is dat tot stand gekomen?
“We zijn ooit begonnen met ondernemen in Tilburg. Rob komt uit Breda en ik uit Vught, dus Tilburg lag wat dat betreft in het midden. Daar zaten we antikraak en op een bepaald moment zochten we nieuwe huisvesting voor ons bedrijf. Toen kwamen we bij Starterslift terecht. Van daaruit hebben we meegedaan aan een wedstrijd toen Maurice, toenmalig initiator van de BIF, Rob zover heeft gekregen om ons kantoor naar Den Bosch te verhuizen. Toen was de Jamfabriek nog niet verbouwd en konden we een jaar lang in dat pand zitten. Dat was ideaal voor ons als startup. Toen we op zoek waren naar investeerders, zijn we verder in gesprek gegaan met Maurice, die de BIF toen nog op poten aan het zetten was. Uiteindelijk zijn wij het eerste bedrijf geworden waarin geïnvesteerd is.”

– Founders Daan (L) en Rob (R) 

Je bent nu zes jaar verder, wat is je idee over de participatie met de BIF?
“Het mooie aan de BIF is dat het inderdaad om een participatie gaat. Ze investeren niet alleen met geld, maar staan je ook bij door middel van coaching. We hebben ondertussen twee coaches gehad en in de fase dat we het Poolse debacle hadden, maar ook tijdens andere moeilijke momenten, hebben we altijd contact op kunnen nemen met onze coaches. Ze hebben ons daar echt bij geholpen. En wat ze zeggen, dat doen ze ook daadwerkelijk. Dat is heel fijn. Aan de andere kant word je wel volledig vrij gelaten als ondernemer, dus je krijgt eigenlijk precies wat je nodig hebt.”

“Het doel is dat uiteindelijk iedere moeder weet dat Fruitfunk bestaat.”

Waar hoop je over drie of vijf jaar te staan?
“Vind ik moeilijk, maar wat we met Fruitfunk willen, is het grootste merk worden in verantwoord snoep voor kinderen. Het doel is dat uiteindelijk iedere moeder weet dat Fruitfunk bestaat.”

Wat is voor jou de meerwaarde van de community?
“Ik denk dat je qua community eruit haalt wat je erin steekt. Als je zelf het gesprek aangaat en het contact opzoekt, dan kun je veel van elkaar leren. Daarnaast is het leuk dat je elkaar ook tegenkomt op beurzen en evenementen die gericht zijn op food. De JAM-Talks waren ook wel leuk, maar zijn niet altijd even interessant voor iedere ondernemer.”

Hoe zouden we JAM-Talks zo in kunnen richten dat het voor jullie, maar ook voor nieuwe ondernemers interessant is?
“Dan zou ik op zoek gaan naar algemene onderwerpen die voor iedere ondernemer interessant zijn en daar een externe spreker voor inhuren. Bijvoorbeeld een goede trendwatcher, dat zijn vaak leuke en interessante onderwerpen waar je een mooie talk over kunt geven. Dat heeft voor iedereen een meerwaarde.”

“Zoek een mentor, waarvoor je niet hoeft te betalen.”

– Daans tip aan de nieuwe generatie ondernemers.

Jouw gouden tip aan de nieuwe generatie ondernemers?
“Zoek een mentor, waarvoor je niet hoeft te betalen.”

Interessant! Vanwaar de toevoeging dat er niet voor moet willen betalen?
“Iemand moet je willen helpen. Iemand die geld aan je wil verdienen heeft de verkeerde motivatie om je te helpen met zijn of haar advies.”

Wij gingen in gesprek met Sven Boogaard, Niek van Andel en Thomas Brocken, de oprichters van het bedrijf AgroExact gevestigd in onze food community Jamfabriek in Den Bosch. Ook spraken we met investeerder en coach Jack de Laat die via het Bossche Investeringsfonds (BIF) nauw betrokken is bij het bedrijf.

Allereerst gefeliciteerd met deze knappe prestatie. Hadden jullie het verwacht?
“Enerzijds zijn we ons wel bewust van de groei die we met AgroExact doormaken. Onze investeerders en partners spelen hier een belangrijke rol in. Zo is onze coach en investeerder vanuit het Bossche Investeringsfonds nauw betrokken bij onze bedrijfsvoering. Ik had niet verwacht dat we in de top 3 zouden eindigen, maar het is zeker een mooie erkenning van ons businessmodel maar vooral ook van de ontwikkelingen die wij als als bedrijf doormaken de afgelopen jaren.” Vertelt Niek van Andel, die ook pitchte in de finaleronden van de B40-award.

“Onze ‘level up’ is dus echt onze innovatieve productontwikkeling achter de schermen die ervoor heeft gezorgd dat we aan de voorkant niet alleen zijn gegroeid in de Nederlandse markt, maar ook internationaal.”

Sven: “Het event heet niet voor niets LEVEL UP en wij hebben in het afgelopen jaar grote stappen weten te zetten die zeker een rol hebben gespeeld; naast de erkenning vanuit individuele boeren krijgen we nu ook erkenning vanuit afnemers, verwerkers en veredelaars. Dit zijn grote partijen uit de agri-sector met internationale activiteiten, waardoor we sinds dit jaar gebruikers hebben mogen verwelkomen uit onder andere België, Frankrijk, Duitsland, Verenigd Koninkrijk en Canada. Onze ‘level up’ is dus echt de innovatieve ontwikkeling achter de schermen die ervoor heeft gezorgd dat we aan de voorkant niet alleen zijn gegroeid in de Nederlandse markt, maar ook internationaal.”

“Indien alle Nederlandse akkerbouwbedrijven het watergebruik zouden halveren met AgroExact, dan is de milieu-impact een besparing van 132 miljoen liter gasolie en 165 miljoen kuub zoetwater.”

Het start-up event LEVEL UP gaat ook over impact maken, hoe gaan jullie daar mee om als bedrijf?
Niek: “Impact maken is een belangrijk onderdeel vind ik, zeker in deze tijd. Met AgroExact maken we impact doordat onze gebruikers bijvoorbeeld soms tot wel de helft minder water nodig hebben dan dat ze zonder onze software zouden gebruiken. Dit gaat om bijzonder veel water: als alle Nederlandse akkerbouwbedrijven het watergebruik zouden halveren met AgroExact, bespaart dit de helft van de hoeveelheid diesel ten opzichte van de totale import van diesel uit Rusland naar de EU in 2022. En in hoeveelheid water is dit bijna 4% van de inhoud van het IJsselmeer (4.500 miljoen kuub), dat cruciaal is voor de nationale watervoorziening.”

Jack de Laat, welke groei, zowel bij de ondernemers als de onderneming, is jouw als coach en investeerder met name opgevallen sinds de participatie met BIF?
“De participatie van BIF heeft mede bijgedragen aan de groei van onderneming. Met name de ondernemers zelf zijn met sprongen gegroeid. We hebben ze op jonge leeftijd toch snel bewust kunnen maken van wat ondernemen inhoudt en welke impact ze kunnen maken als bedrijf. Daarnaast staat ze open voor feedback en weten ze dit alle drie snel toe te passen en de praktijk. De ondernemers zelf zijn toch de drijvende kracht achter de onderneming.” Vertelt Jack de Laat, coach en investeerder AgroExact.

Waar staat AgroExact over 5 jaar?  
Sven: “Actief in meerdere landen met de beste weersinformatie voor boeren, en andere nieuwe sectoren.” 
Jack: “Over 5 jaar staat er een prachtig bedrijf, met een mooie omzet en een gedegen winstplaatje.”

“Vrouwen met een grotere cupmaat die blij worden van zichzelf in bikini, dat is de mooiste vorm van succes.”

Hoe is Annadiva ontstaan?
“Vanuit mijn eigen behoefte. Ik heb een normale confectiemaat met een iets grotere cup en kon in Nederland maar moeilijk slagen op het gebied van lingerie. Het aanbod was zo gering. Ik ben gaan onderzoeken of ik de enige was met dit probleem; eerst bij vriendinnen en kennissen en vervolgens online. Via mijn Facebook Community met de naam Annadiva merkte ik hoeveel behoefte er was aan mooie lingerie voor grotere cupmaten. Ik besloot een webshop te bouwen, die op 1 februari 2012 live ging. Voor de lancering schreef ik een persbericht met als kop: ‘Webshop geopend voor dames met grote borsten’. Dat bleek een goede binnenkomer voor de pers, ik had meteen de aandacht te pakken.”

Hoe ging het verder?
“Ik werkte in die tijd als HR-adviseur in de metaalindustrie, maar al gauw bleek dat ik mijn baan niet meer goed kon uitvoeren naast Annadiva. De badmode was in het eerste seizoen al niet aan te slepen en na de zomer moest ik al een aantal collega’s aannemen. Gaandeweg was een webshop niet  meer voldoende; mensen wilden de lingerie graag passen. Dat gebeurde eerst een tijdje bij mij thuis, waar ik een paskamer had ingericht, maar echt optimaal was dat natuurlijk niet. Omdat ik daarnaast bepaalde merken wilde inkopen die alleen in fysieke winkels verkocht mochten worden, besloot ik een winkel over te nemen. Zo’n anderhalf jaar na de lancering van de webshop startten we met onze eerste winkel in Nijmegen. Mensen uit het hele land wisten ons te vinden.”

Had je verwacht dat Annadiva tien jaar na de oprichting vijftig medewerkers in dienst zou hebben?
“Nee, dat is ook nooit een doel geweest. Het enige doel was dat ik het écht goed wilde doen. Ik wilde een bestelling versturen zoals ik hem zelf zou willen ontvangen: van begin tot eind, dus van het bestelproces tot aan de leveringen en de proactieve klantenservice. Als we zien dat een klant veel verschillende setjes in verschillende maten bestelt, weten we: deze klant is zoekende. Dan bellen we haar op om advies te geven. Om deze dingen allemaal goed te kunnen doen, heb je genoeg én kundig personeel nodig.”

Waar sta je ’s ochtends voor op?
Lachend: “Om mijn jongste van negen naar school te brengen. Daarna ga ik met veel energie en enthousiasme aan de slag voor Annadiva. Het creëren van de collecties voor mijn eigen merk en alles wat daarbij komt kijken, is echt een meisjesdroom die uitkomt.”

Hoe is je eigen badmodemerk ontstaan?
“We verkopen mooie, gerenommeerde merken in onze webshop en winkels, maar ondanks dat zag ik ruimte voor een eigen merk. Daarmee zouden we ons bovendien nog eens extra kunnen onderscheiden. Ik besloot mijn plannen voor te leggen aan mijn corporate finance adviseur. Zij kende het Bossche Investeringsfonds (BIF) en heeft me in contact gebracht de Investment Manager, Leo van Schijndel.”

Hoe zag het investeringstraject er vervolgens uit? 
“Ik heb in een kamer vol met heren moeten pitchen over mijn bedrijf in lingerie voor grote cupmaten, haha. Bijzonder, maar de pitch ging goed. Er kwamen wel wat kritische vragen, maar uiteindelijk werd unaniem besloten verder te gaan in het traject. Vervolgens kwam er een due diligence onderzoek, daarna veel papierwerk en tot slot naar de notaris om een stukje van de aandelen over te dragen, zodat de investering vrijkwam waarmee we aan de slag konden. In 2019 is het Bossche Investeringsfonds (BIF) ingestapt en in de zomer van 2021 hebben we de eerste badmodecollectie van Annadiva Swim gelanceerd.”

Heeft BIF je ook op andere manieren geholpen?
“Absoluut. Coaching zie ik als een belangrijke aanvulling. Maddy Goossens helpt mij hierbij. Hij komt eens in de zes weken samen met Leo langs om dingen te bespreken. Ik gebruik altijd de vergelijking met een bokswedstrijd: het voelt alsof er nog twee mensen in mijn hoek staan. In goede tijden, maar ook in minder goede tijden heb ik daar echt op allerlei gebieden heel veel aan.”

“Mensen die paden inslaan die niet voor de hand liggen, dat vind ik inspirerend.”

Hoe was het om een eigen collectie te ontwerpen?
“Hoewel ontwerpen altijd mijn droom was, ben ik er nooit voor opgeleid. Er komt veel op je af en je moet enorm veel keuzes maken. Ik heb iemand in de hand genomen die me kon helpen. Ik begin bij het ontwerpen van een collectie met het maken van moodboards, dat vind ik heerlijk om te doen. Daarna bekijken we, ook in samenwerking met collega’s uit de winkel, hoe we de items zo kunnen vormgeven dat ze ook echt goed passen. Op die manier doen we er alles aan om tot een goed product te komen. Dat moet ook, want het moet concurreren met gerenommeerde merken in de winkel en online.”

Wat is het geheim van het succes van jullie merk?
“Veel bikinitops voor dames met een grotere cupmaat zien eruit als BH’s in badmodestof. Onze bikini’s zien er ook uit als bikini’s. Daar komt bij dat de pasvorm heel goed is en dat we op de trends zitten, daarin zijn we onderscheidend.”

Ga je straks alleen nog je eigen merk verkopen?
“Nee. Ik denk dat juist de combinatie in het aanbod heel erg goed is. Het zou wel gaaf zijn als ons eigen merk straks ook in andere winkels ligt, ook internationaal. Vooral omdat het zo onderscheidend is en echt goed aanslaat.”

Wat is je doel?
“Ik zou graag in de toekomst meer bezig willen zijn met het ontwikkelen en verbeteren van collecties. Daar zit mijn passie en kracht. Bij het runnen van het bedrijf komt veel kijken en dat leidt af van de focus op het ontwerpen van die nieuwe collecties. Daarnaast zou ik onze collecties voor veel méér vrouwen over de hele wereld beschikbaar willen maken. Niet alleen Nederlandse, Belgische en Duitse vrouwen moeten zich mooi kunnen voelen, maar iedereen.”

Wat is je grootste succes?
“Toch weer mijn eigen badmodecollectie; Anndiva Swim. De volledige collectie van dit seizoen is inmiddels gelanceerd en daar wordt heel goed op gereageerd. Fantastisch om te zien! Ik ben enorm trots op de groei die we in die relatief korte tijd, met drie collecties, hebben gerealiseerd. Toen ik afgelopen zomer op vakantie in Curaçao iemand in een bikini van Annadiva Swim zag lopen, was dat een mooie kers op de taart!”

Zijn er ook moeilijke momenten?   
“Zeker weten. Met de vrijheid van ondernemen komt ook verantwoordelijkheid. Denk aan onze vijftig medewerkers: de salarissen moeten iedere maand worden betaald, óók in de maanden dat het niet zo goed gaat. Daar leer je mee omgaan, maar die verantwoordelijkheid blijft soms moeilijk.”

Welke tegenslagen zijn je het meest bijgebleven?
“Corona zorgde voor een flinke groeispurt in ons bedrijf. Onze winkels moesten dicht, maar onze webwinkels liepen als een trein. Toen die groei in 2022 vrij abrupt stopte maar onze kosten wél in een stijgende lijn doorliepen – mede door stijgende lonen, energieprijzen, grondstofprijzen – hebben we dat najaar moeten snijden in kosten en afscheid moeten nemen van een aantal mensen. Dat was moeilijk. Ik heb tien jaar op een HR-afdeling gewerkt dus ik ben reorganiseren wel gewend, maar als het je eigen bedrijf betreft is het toch anders. Gelukkig zijn we het jaar 2023 goed begonnen, de omzet is weer op peil en de zaken draaien weer goed.”

“We hebben vorig jaar afscheid moeten nemen van een aantal goede mensen. Dat was moeilijk.”

Ben je sindsdien dingen anders gaan doen?
“Ik merk dat ik meer op de kosten ben gaan letten, de cijfermatige kant van het bedrijf. Ik heb nu het gevoel dat ik dat weer wat meer moet leren loslaten, zodat ik mijn tijd weer kan besteden aan het ontwikkelen van collecties.”

Wat krijgen je kinderen mee van hun ondernemende moeder?
“Mijn oudste is veertien jaar en helpt op zaterdagen en in schoolvakanties mee in het magazijn. Hij krijgt bedrijfseconomie op school, bij ons ziet hij hoe het werkt in de praktijk. Waar moet je op letten bij de inkoop, wat is de kostprijs, hoe bereken je de marge? Verder mag op school natuurlijk niemand weten dat z’n moeder in de lingerie werkt. Niet cool!”

Hoe is jouw work-life balance?
“Behoorlijk in balans. Het komt weleens voor dat ik op woensdagmiddag de jongste ophaal van school en dat we nog even naar kantoor gaan. Of dat we op zaterdag een uurtje of twee meehelpen in het magazijn. Maar ik ben óók flexibel genoeg om op een doordeweekse dag te kunnen helpen in de klas.”

Hoe zorg je ervoor dat de balans goed blijft?
“Als ik het gevoel heb dat ik te veel werk, ga ik op de rem. En anders doet mijn vriend het wel; hij is vaak mijn klankbord. Hij kan op bepaalde momenten aangeven dat het misschien goed voor me zou zijn als ik even iets voor mezelf ga doen. Sporten en leuke dingen doen met familie en vrienden vind ik heel belangrijk.”

Wat betekent succes voor jou?
“Collecties creëren waardoor vrouwen zich goed voelen in hun lijf. Vrouwen met een grote cupmaat die blij worden van zichzelf in bikini: dat is de mooiste vorm van succes. Dáár doen we het voor en dat is waar ik iedere dag weer energie van krijg. Dat is ook de reden dat ik zelf op de foto ga bij fotoshoots. Om aan te geven: ook al heb je geen maat S, je mag er nog steeds zijn!”

Wie of wat inspireert je?
“Ik kan geïnspireerd raken door mensen die dingen doen die volledig nieuw zijn. Mensen die paden inslaan die niet voor de hand liggen.”

“Als je een goed idee hebt: zoek hulp in je netwerk en ga ermee aan de slag. Dat kan óók als je een gezin hebt.”

– Mariëlle’s gouden tip voor vrouwelijke ondernemers

Waar hoop je over vijf jaar te staan?
“Over vijf jaar hoop ik het merk Annadiva en dan vooral de badmode in Amerika te hebben gelanceerd. Ik denk dat het daar ook heel goed zou werken.”

Wat is je gouden tip aan de nieuwe generatie vrouwelijke ondernemers?
“Als je een goed idee hebt: zoek hulp in je netwerk en ga aan de slag. Ja, dat kan óók als je een gezin hebt.”

“We ontlenen ons bestaansrecht aan de grillen van het weer.”

Sven Boogaard (25) is de bedrijfskundige, Studeerde automotive business management, is liefhebber van auto’s en het buitenleven, heeft twee rechterhanden. Vond uiteindelijk de combinatie van business en agrarisch en heeft samen met compagnons (en oud-klasgenoten én vrienden) Thomas Brocken en Niek van Andel AgroExact opgezet. Sven omschrijft zichzelf als een doener en bewust geen wetenschapper: “Na het doen van onderzoek, bepalen van het plan en het formuleren van een duidelijke visie vind ik de uitvoering misschien nog wel interessanter. In de praktijk kom je dingen tegen die je niet kon bedenken, waardoor je moet bijsturen. Dat goed doen vind ik een mooie uitdaging.”

Niek van Andel (25) is de meteoroloog. Heeft natuurkunde gestudeerd. Specialisatie: meteorologie en klimaatfysica. Houdt van de exacte wetenschap en het weer. Heeft dus een exacte achtergrond en heeft van ondernemen geleerd flexibeler te zijn in het aanpakken van dingen: “Binnen ondernemen werkt niet alles exact en kan je zomaar geconfronteerd worden met vraagstukken waar je nooit voor geleerd hebt. Ondernemen leer je door te doen, dat is met geen exacte opleiding te vergelijken.”

Het eerste zaadje voor AgroExact werd geplant vlak na het eindexamen op de middelbare school. Sven vroeg  door over de bezoekers van de website over de lokale weergegevens die Niek thuis verzamelde. Het bleken de agrariërs te zijn uit de buurt. Sven: “Vervolgens zijn we gaan studeren, ieder de eigen weg, pas een jaar later hebben we het idee opgepakt. Toen Thomas – de software engineer – ook nog steeds enthousiast bleek zijn we begonnen met hardware-ontwikkeling en de bouw van onze applicatie.”

De onderverdeling tussen de drie vrienden voelt logisch volgens Sven: “Niek met alle meteorologische kennis, Thomas met alle softwarematige kennis: hij maakt alle software die essentieel is voor onze dienstverlening. Zonder een goed werkende en gebruiksvriendelijke app is de informatie die we meten al vrij snel waardeloos te noemen. Ik ben de bedrijfskundige, die zich ontfermt over het reilen en zeilen van het bedrijf in de breedte. We vullen elkaar goed aan.”

Wat vinden jullie het leukste aan jullie rol binnen AgroExact?
Sven: “Dat is toch wel het nadenken over de toekomst, over welke doelen we hebben en hoe we die bereiken. Of concreter, welke conceptontwikkelingen er mogelijk zijn en welke samenwerkingen we als bedrijf kunnen aangaan? Dat zijn leuke dingen om over na te denken.”
Niek: “Ik heb altijd een fascinatie gehad voor het weer. Dat ik met die fascinatie nu agrariërs kan helpen vind ik bijzonder.”

Wat maakt AgroExact zo bijzonder?
Sven: “Wij bieden de meest nauwkeurige informatie aan. Dat we dit doen als een dienstverlening is uniek. Wij verkopen geen weerstations, maar leveren de informatie in de vorm van een abonnement. Een boer hoeft zich geen zorgen te maken over de hardware, dat doen wij. Dat ontzorgt. Een boer heeft veel beslissingen te maken op een dag. Veel van die beslissingen worden sterk beïnvloed door het weer. Met onze meetstations en de manier waarop wij onze informatie delen, helpen wij de boer bij het maken van die beslissingen. Denk hierbij aan de keuze of hij zijn gewassen moet beregenen of juist niet, of hij met de trekker het land op kan, of er een risico is op een schimmel of op ongedierte, enzovoorts.”
Niek: “We ontlenen ons bestaansrecht aan de grillen van het weer. Bij een veranderend klimaat is dat effect steeds sterker. Dat het hier één kilometer vandaan heel veel kan regenen en dat het hier droog kan blijven. Een boer heeft door alle schaalvergroting vaak ook percelen op kilometers afstand liggen. Dat kan ervoor zorgen dat er een deel nat is en een ander deel droog. Wij zorgen ervoor dat een gebruiker die verschillen direct kent en kan reageren. We kunnen het weer niet veranderen, maar er wel voor zorgen dat gebruikers hier zo goed mogelijk mee om kunnen gaan .
Sven: “Waar het KNMI 34 weerstations heeft hebben wij er meer dan 400. Uiteraard leveren we iets in op precisie, maar de aantallen maken dat ruimschoots goed. Daarmee zijn we uniek in Nederland.”

“Waar het KNMI 34 automatische weerstations heeft, hebben wij er meer dan 400.”

Het grote voordeel voor de boer?
Sven: “Er is veel onderzoek gedaan naar de omstandigheden waaronder ziektes of schimmels in gewassen ontstaan. Door de omstandigheden zeer lokaal te meten kun je de risico’s beter inschatten. Daardoor kun je aan de ene kant het gewas gerichter beschermen. Aan de andere kant kan de boer van de better-safe-than-sorry-strategie afstappen, waardoor het onnodig beregenen en het gebruik van pesticiden geminimaliseerd wordt. Dat kan, zeker met de ontwikkelingen op het gebied van klimaat en regelgeving én op het gebied van de stijgende dieselkosten veel voordelen voor de boer opleveren.”

Wat is jullie grootste succes tot nu toe?
Sven: “Dat is toch wel het feit dat we een landelijke dekking hebben kunnen bewerkstelligen. Dat je tegenwoordig als je in Nederland bent, nooit verder dan 10 kilometer verwijderd kunt zijn van een meetstation van AgroExact. Dat was twee jaar geleden, toen er nog zo’n 40 meetstations stonden door heel Nederland, nog heel ver weg. Dat is dus wel een hele mooie mijlpaal. Daar ben ik wel erg trots op.”

“Onze handtekening onder die financieringsovereenkomst was nog niet opgedroogd en de coronapandemie gooide roet in het eten.”

En jullie tegenslagen?
Niek: “Begin 2020 stonden we met alle plannen klaar om de markt te betreden, we kregen daar het startersfonds voor, zodat we onze testen uit konden breiden naar een grotere schaal. Onze handtekening onder die financieringsovereenkomst was nog niet opgedroogd en de coronapandemie gooide roet in het eten. Alle plannen kwamen even op on-hold te staan, de eerste weken van de pandemie overheerste de onzekerheid. Dat was soms moeilijk, als dag in dag uit al het nieuws in de wereld gaat over datgene dat je tegenhoudt om je ding te kunnen doen. Maar al snel ging de knop om: juist door het startersfonds hadden wel de middelen voor onze plannen, alleen de uitvoering was met alle maatregelen wat omslachtiger geworden. Onze grootste testdoelen hebben dat jaar weten te bereiken, dat was niet gelukt zonder het startersfonds.”

En hoe ziet een week er voor jullie uit?
Als je ze vraagt naar de reden waarom ze iedere ochtend weer opstaan, dan is dat om iedere keer weer dichter bij de ambitie van AgroExact te komen. Sven: “Je bent continu met het bedrijf bezig. Al ben je aan het sporten, ineens kunnen je gedachtes afdwalen. Wat dat betreft zijn we nooit ‘vrij’. Daar tegenover staat dat we natuurlijk iets doen wat we enorm leuk vinden, het is enorm gevarieerd en geen dag hetzelfde. In de winter, na de oogst, zijn boeren goed bereikbaar en zoek je dat contact op. In het voorjaar leveren we onze producten door heel het land en ‘s zomers zijn we meer gericht op verbeteringen binnen het bedrijf.” Niek: “Voor iedere regenachtige zaterdagmiddag met administratie staat een zonnige voorjaarsdag op een akker met een tevreden klant. Daar doe je het toch voor.”

Hoe zijn de compagnons van AgroExact het beste te typeren?
Sven: “Eigenlijk past dat slogan van Klaverblad Verzekeringen wel bij ons, maar zeker ook bij de sector. Als je maar lang genoeg gewoon blijft, dan word je vanzelf bijzonder. We hebben in eerste instantie veel tijd gestoken om ons product echt goed te maken.  Ons product is nu dus gewoon goed en als je maar lang genoeg gewoon goed blijft, dan word je vanzelf bijzonder. We brengen niks overhaast of met veel bombarie op de markt, maar nemen de tijd om een product of dienst goed te ontwikkelen, volledig in de praktijk te testen en te optimaliseren voordat we het op de markt brengen. Soms zie je een product heel snel op de markt komen, wat je dan vaak ook net zo snel weer verdwijnt. We zijn geen gesjeesde marketingjongens en dat past denk ik goed in deze branche.”

Hoe zijn jullie eigenlijk bij de Jamfabriek en het BIF terechtgekomen?
Sven: “Het begon allemaal tijdens de Den Bosch Dataweek in 2018 waar we vooral veel speeddates hadden met verschillende investeerders. We kwamen daar onder andere in aanraking met Leo van Schijndel van het Bossche investeringsfonds (BIF) en vervolgens ook met de community manager van de Jamfabriek. Die gaven aan dat ze qua coaching en werkruimte wel een interessant aanbod hadden voor startups. Door begeleiding vanuit de BIM zijn we via het Investor Readiness Program van de BOM klaargestoomd voor een financieringsaanvraag bij BSF. Later hebben we via de BIM een beroep kunnen doen op het Startersfonds, wat ons op dat moment enorm heeft geholpen om door te kunnen gaan.”

Wat heeft het BIF en de BIM jullie tot nu toe gebracht?
Niek: “Dat is te verdelen over een aantal vlakken. Zo was er de financiële injectie natuurlijk, maar er zit ook een groep gelauwerde en gelouterde ondernemers achter die ons vragen stelden waardoor wij iedere keer weer een stap verder kwamen. Het feit dat zij ook in ons idee geloven brengt extra vertrouwen met zich mee. Verder is het BIF ook een facilitator geweest, bijvoorbeeld in de benadering van de Rabobank. Ervaring, kennis en een manier van sturen op het financiële gebied vanuit het BIF werkt heel fijn. Vanuit de BIM was er in eerste instantie coachende rol, welke werd aangevuld door een huisvestende rol en nu ook een financierende rol.

“Zorg voor een goede visie en een sterk plan als basis. Hoe meer je daarin gelooft, hoe makkelijker het is om daaraan vast te houden als het een tijd wat minder goed gaat.”

En de Jamfabriek community?
Niek: “Binnen de Jamfabriek zijn agro-food bedrijven gevestigd. Nu zitten wij wel heel duidelijk aan de agro kant, en minder in de foodsector zoals de meeste bedrijven hier. Maar alleen al op het gebied van ondernemen is het een heel fijne community. Denk aan het delen van tegenslagen, maar ook juist aan het vieren van successen. Ondernemers kijken op dezelfde manier tegen dingen aan, dus kun je gemakkelijker levelen en het erover hebben, dat is erg waardevol.”

Wensen voor de Jamfabriek community?
Niek: “Dan zou ik pleiten voor meer ondernemers uit de agrarische sector. Hoe meer schakels er uit de keten zijn, hoe groter de kans is dat we iets van elkaar kunnen leren en dat er mooie samenwerking ontstaan!”

Gouden tip aan de nieuwe generatie ondernemers?
Niek: “Kan klinken alsof je precies weet hoe het moet, maar dat is niet natuurlijk. Maar als ik uit mijn ervaring kan spreken: zorg dat je een goede visie en sterk plan hebt als basis. Hoe meer je daarin gelooft, hoe makkelijker het is om daaraan vast te houden als het een tijd wat minder goed gaat.”

“Ik ontbijt minimaal twee keer per week in een hotel, dat doe ik omdat het mijn werk is.”

Van jongetje met een passie voor hotels, tot ontbijtpartner van hotels.
Naast een studie middelbare en hoge hotelschool, werkte Glenn Middelhof in hotels van Marriott International in China en Spanje. Toen al merkte hij op dat ontbijtbuffetten overal nagenoeg hetzelfde zijn. Na zijn ervaring in de hotels, besloot hij dat hij niet langer in hotels, maar wel met hotels wilde blijven werken. Toen zijn huidige compagnon in 2016 naar hem toe kwam met het idee om een granola bakkerijtje te beginnen, vond hij het gat in de markt waar hij destijds met TLANT in is gesprongen.

TLANT spreek je niet uit als teelant, maar als ’t land en is een verwijzing naar de unieke, nauwe samenwerking met boeren en respect voor het land. Het land in de betekenis van de bodem en de aarde, oftewel: ecologische verantwoordelijkheid. Een derde pijler waar de producten van TLANT altijd aan voldoen is dat ze beter zijn voor de eindgebruiker.

Het ontbijtbuffet als inspiratiebron
Op de vraag hoe zijn dagelijkse ontbijt eruitziet, antwoordt Middelhof: “Ik weet dat ik nu moet zeggen dat ik met onze eigen producten ontbijt, maar als je zes jaar lang intensief met het product bezig bent, met alle try-outs en proeverijen die daarbij horen, kun je op een gegeven moment geen granola meer zien. Meestal ontbijt ik na het sporten met een shake waar alle nodige voedingsstoffen inzitten. Wel ontbijt ik minimaal twee keer per week in een hotel.”

“En dan pak ik alles, van het eierstation, tot de warme producten en de salades. En dan komt er ook altijd zuivel met mijn eigen ontbijtgranen aan te pas.” Dat is volgens Middelhof niet alleen omdat hij het leuk vind om in hotels te ontbijten. “Het rumoer van zo’n ruimte en het feit dat het ontbijtbuffet mijn corebusiness is werkt ook inspirerend. Dat het ook nog werkt als een vorm van klantenbinding is een fijn bijkomend voordeel.”

Wat hebben zelfontwikkeling en het verbeteren van ontbijtbuffetten in hotels met elkaar gemeen? Het zijn de drijfveren die Middelhof iedere dag weer uit zijn bed doen komen. Op tijd opstaan, naar de sportschool, veel lezen, studeren en bijleren om zo het volledige potentieel van zijn leven te benutten. Daarnaast voelt hij de urgentie om de ontbijtbuffetten in hotels te blijven verbeteren. “Ontbijt is de leukste maaltijd van de dag en het hotelwezen is de leukste wereld die er is, maar er zijn nog te veel dingen die niet kloppen. Er is veel ruimte voor verbetering.” Zolang er nog ruimte is voor verbetering, in zichzelf of in het ontbijtbuffet, is er voor Middelhof een reden om (vroeg) op te staan.

Van 3-jarenplan naar 6-maandenfilosofie. Meerjarenplannen zijn populair in het bedrijfsleven. Plannen waar een bedrijf over 3 of 5 jaar wil staan en hoe daar – meetbaar met KPI’s – te komen. TLANT werkte met een 3-jarenplan, maar toen die plannen van 2019 door de coronapandemie met de KPI’s en al de prullenbak in konden, besloten ze het over een andere boeg te gooien. Tegenwoordig werken ze met een 6-maandenfilosofie en stellen ze zichzelf twee vragen: “Zijn we vandaag beter dan 6 maanden? En hoe gaan we over 6 maanden weer beter zijn dan vandaag?” Die vragen stelt Middelhof zichzelf niet alleen in relatie tot de ontwikkeling van zijn bedrijf, maar ook in relatie tot zichzelf. “Ik moet eerst mezelf ontwikkelen als mens, dat staat aan de basis voor de ontwikkeling van het bedrijf.”

“Toen de meerjarenplannen van 2019 door de coronapandemie met de KPI’s en al de prullenbak in konden, besloten we het over een andere boeg te gooien.”

Is er dan echt geen stip aan de horizon? Die is er zeker wel. De grote droom is dat alle betere hotels binnen onze niche in Europa samenwerken met TLANT. En dat ze in samenwerking met die hotels ook daadwerkelijk een verbetering realiseren in de ontbijtbuffetten. En een échte verbetering is volgens Middelhof niet alleen op het bord en in de beleving van de gast te zien, maar ook onder aan de financiële streep van de hotelier in de vorm van een margeverbetering én onderaan de ecologische streep voor het milieu in de vorm van minder waste en meer duurzaamheid. “We zijn op dit moment nog vooral en alleen productleverancier, maar daar komt binnenkort verandering in”.

Ben daar waar de concurrentie niet is. Dat klinkt als een clichématige manier om onder de vraag uit te komen wat je als ondernemer moet doen om succes te hebben, maar het is meer dan dat. Middelhof heeft meerdere manieren om ervoor te zorgen dat hij dát doet wat de concurrentie niet doet. Zo is zijn bedrijf online vindbaar, maar benaderen ze hun potentiële klanten niet online, maar juist offline, zoals het vroeger ging. “Is iedereen online? Dan zijn wij offline. Als een beslisser 40 mailtjes krijgt over een nieuw product, dan wil jij de enige zijn die bij hem binnen komt wandelen of hem opbelt, gewoon zoals het vroeger ging.” Daarnaast gaat het volgens hem over het vinden van jouw niche. Om in de clichés te blijven hangen: “Als je er voor iedereen wilt zijn, ben je er uiteindelijk voor niemand.” Gelukkig bestaan clichés vaak omdat er een belangrijke waarheid in schuilt – een waarheid die zich maar weer eens laat bewijzen door het succes van Middelhof en zijn TLANT.

“Ik kwam terug als een compleet ander mens. Ik zag de wereld helemaal anders. Ik was rustiger, creatiever en geen stressjunkie meer.”

10 dagen lang complete stilte
Op de vraag wat zijn grootste persoonlijke succes van de afgelopen tijd is geweest, komt een verrassend antwoord. Toen er op een bepaald moment geen einde meer leek te komen aan de coronacrisis, toen TLANT op omvallen stond en toen hij zowel het hele hotelwezen als de zekerheid van zijn medewerkers het zwaarst op zijn schouders voelde drukken, toen besloot hij om voor zichzelf te kiezen door voor 5 weken te vertrekken naar India. Daar, in een kleine deelstaat in de Himalaya genaamd Sikkim, vond hij zijn rust terug tijdens een 10-daagse stilteretraite tussen de Boeddhistische monniken. “Het is het zelf nemen van die beslissing om mijn bedrijf even helemaal los te laten, voordat die beslissing voor me genomen werd door bijvoorbeeld een burn-out, wat ik als een van mijn grootste successen van de afgelopen tijd zie.”

Wat leverde die retraite uiteindelijk op?
“Ik kwam terug als een compleet ander mens. Ik zag de wereld helemaal anders. Ik was rustiger, creatiever en geen stressjunkie meer. De rust leverde uiteindelijk veel op. Een herstructurering van mijn eigen werk en een vernieuwde visie voor de toekomst van TLANT. Een visie die uiteindelijk bijdroeg aan het feit dat het BIF (Bossche Investeringsfonds) wilde investeren in onze toekomst. Niet toevallig was het afgelopen driekwart jaar niet alleen de beste tijd uit mijn leven, maar ook de beste driekwart jaar van TLANT tot nu toe. Wijsheid en rust die je vindt in de stilte is niet te overschatten.”

Work-life-balance?
“Daar geloof ik niet in. Ik sta op met mijn werk, ga ermee naar bed en als het een beetje meezit droom ik er ook nog over.” Aldus Middelhof. Een echte work-life-balance is er dus niet. Hij probeert er ook niet krampachtig voor te zorgen dat hij genoeg privétijd heeft en zijn werktijden in bedwang houdt. “Bovendien vind ik hotels de leukste plek waar ik kan zijn, dus ben ik het liefst altijd aan het werk. Work-life-balance verandert daarmee in work-life-integration. Het loopt door elkaar en dat mag gewoon.” Zijn tip aan de ondernemers die naarstig op zoek zijn naar een work-life-balance is dan ook: “stop ermee, ga niet op zoek naar de balans tussen werk en privéleven, maar kijk naar het totaalplaatje en probeer iedere maand iets toe te voegen aan je leven wat je leuk vindt en iets weg te halen wat je niet leuk vindt.”

Het BIF als investeringspartner?
Volgens Middelhof is het traject in de aanloop naar een eventuele investering vanuit het BIF erg fijn. “Zodra het BIF interesse in je heeft, krijg je twee coaches toegewezen. Die begeleiden je naar een investeringspitch toe. Hierdoor ging de investeringspitch goed en sloot dat wat ik vertelde tijdens die pitch ook aan bij wat het BIF wilde weten.” Dat was niet de enige reden dat het BIF een juiste partner was. Aangezien hij met zijn 29 jaren jong ook nog veel te leren heeft, was hij naast een financiële injectie, ook op zoek naar kennis, coaching en advies. “Bovendien zit BIF erin voor de lange termijn, doordat het een combinatie is van publiek en privaat geld. Natuurlijk willen ze groeien, maar niet ten koste van alles om binnen 5 jaar het bedrijf te verkopen met winst.”

Je kunt overal en van iedereen leren
Van Richard Branson bijvoorbeeld, omdat hij heel groot is geworden in de hospitality business en omdat hij iemand is die denkt vanuit een ‘ja, en..’ in plaats van een ‘nee, maar..’ instelling. “Verder heb ik een business coach vanuit het BIF waar ik heel veel aan heb en ben ik heel blij met de compagnon waarmee ik het TLANT gestart ben. Ook leer ik veel van iedereen met wie ik samenwerk. Het gaat uiteindelijk om de manier waarop je naar mensen en dingen kijkt, denk ik. Dan kun je overal van leren.”

Zijn mening over de Jamfabriek community?
“Dat is een fijne mix uit de food- en agrisector. Fijn ook dat het een vriendelijke omgeving is. Vooral in de tijden dat mensen nors en chagrijnig kunnen worden door geluid vanuit de media en de politiek, is het fijn dat je op een plek komt waar mensen warm en vriendelijk zijn. Saamhorigheid door de gedeelde passie voor food en agri is een fijne bijkomstigheid. En die lunch, die is hier erg goed. Mag wel vijf keer in plaats van twee keer per week. Als ik een verbetering moet noemen, dan zou ik zeggen dat de uitstraling hier in de kantine beter kan. Iets minder kantinegevoel en meer horecagevoel. Ga daarvoor eens bij een hotel kijken, zou ik zeggen!”

De gouden tip van Glenn Middelhof:

“Ga eens kijken hoe je de waarde die je levert aan klanten kunt verdubbelen. Toen wij ons bedrijf zijn gaan bouwen op geven in plaats van op nemen veranderde dat alles.”

Benieuwd wat BIF voor jouw bedrijf kan betekenen? Neem dan contact op via info@bosscheinvesteringsfonds.nl.

Butterfly Effect bouwt aan zorgzame gemeenschappen door kleine woningen voor vrijwilligers te plaatsen op zorglocaties en in buurten. De voorwaarde om in deze leefgemeenschap te kunnen wonen is dat de huurder zijn of haar talenten in wil zetten voor de gemeenschap. Dat kan zijn bij dagactiviteiten, maar kan ook gaan om het organiseren van buurtactiviteiten waar ontmoetingen centraal staan. De huurders dragen op deze manier bij aan de levendigheid van de locatie en zorgen voor een gezellige en zorgzame gemeenschap.

Oprichter Stijn van Kreij: “Vrijwilligers leveren een cruciale bijdrage aan het welzijn van mensen met een zorgvraag, maar zijn nu vaak maar even te gast op een zorglocatie. Ons woonconcept maakt het mogelijk dat vrijwilligers die iets willen betekenen voor mensen met een beperking of kwetsbaarheid, onderdeel worden van dezelfde gemeenschap. Dat levert meer levensgeluk op voor alle betrokkenen en draagt bij aan het verlagen van de werkdruk in de zorg.”

Butterfly Effect heeft de ambitie om in heel Nederland bruisende gemeenschappen te realiseren, waar mensen met en zonder zorgvraag samen leven. De investering van het Bossche Investeringsfonds maakt snellere groei mogelijk. Van Kreij: “Momenteel zijn we op drie locaties actief, dat aantal willen we de komende drie jaar vertienvoudigen. De investering van BIF maakt dat mogelijk.”

De opkomst van impact investeren
Uniek aan het concept van Butterfly Effect is dat de woningen gefinancierd worden door sociale investeerders, waardoor het concept betaalbaar is voor zorgorganisaties en de woningen tegen een sociale huur verhuurd kunnen worden. Bovendien dragen deze gemeenschappen bij aan verbreding van het woonaanbod voor alleenstaanden.

De investering van het Bossche Investeringsfonds is gericht op groei van de onderneming door financiering en door coaching. Abel Slippens, oud voorman van Sligro wordt als coach verbonden aan Butterfly Effect. Investment manager Leo van Schijndel: “Onze ervaring is dat bedrijven sneller groeien als ze open staan voor coaching. Er is een mooie chemie tussen Abel en Stijn die Butterfly Effect verder gaat brengen naar de volgende fase, gericht op groei van de sociale impact van de onderneming.”

Een video over deze samenwerking is te vinden via: https://youtu.be/y1gyL2pgR2Y
fotografie: Rebke Klokke

Deze inhoud is beschermd met een wachtwoord. Vul hieronder je wachtwoord in om het te bekijken:

Wachtwoord:

Tijdens de Den Bosch Dataweek in 2018 werd het eerste contact tussen AgroExact (AE) en de Bossche Investerings Maatschappij (BIM) gelegd. Nu, twee jaar en drie investeringsrondes verder, hebben ze passende huisvesting gevonden in Jamfabriek en krijgen ze begeleiding bij het realiseren van hun groeidoelstellingen van ervaren ondernemers. De investering van BIF gaat ze helpen om tot een landelijk dekkend netwerk te komen.

AE heeft een toepassing ontwikkeld waarmee boeren altijd op de hoogte zijn van de exacte bodem- en weersomstandigheden op hun akkers. Hierdoor kunnen zij zo optimaal mogelijke groeiomstandigheden creëren en op een duurzame manier hoge opbrengsten uit hun akkers halen.

Startup begeleiding BIM
De Bossche Investerings Maatschappij (BIM) maakt ondernemen mogelijk. Onder begeleiding van business developer Robert Koelman nam AE deel aan Braventure en het Investor Readiness Programma bij de BOM. Dit stelde AE in staat een pré-seed lening op te halen bij het Brabant Startup Fonds. Wat volgde was een succesvolle pilot bij 20 boeren in de regio. Inmiddels heeft AE zijn intrek genomen in Jamfabriek, dé broedplaats voor innovatieve ondernemers op het gebied van Food en Agro. De BIM begeleidde AE vervolgens bij het aanvragen van vervolgfinanciering: een starterslening vanuit het Data-ICT fonds van de gemeente ’s-Hertogenbosch en vervolgens een innovatielening bij de Rabobank. En met succes. AE heeft hiermee de pilot kunnen opschalen naar circa 50 boeren heeft het product verder geoptimaliseerd.

Toekomst
Wat de toekomst nog brengt voor AgroExact? Met de investering van BIF én een plek in de vernieuwde Jamfabriek ziet de toekomst er rooskleurig uit. Niek van Andel: “We beschikken nu over het kapitaal om echt op te schalen en een bepalende speler te worden door te bouwen aan een landelijk netwerk. De ondersteuning van BIM en de toegang tot het netwerk van het Bossche en Brabantse ecosysteem heeft ons al veel gebracht.” Ondertussen bouwt AE verder om haar missie “Het beste voor de boer” te realiseren door boeren toegang te geven tot lokale weerdata en adviezen.

Op zoek naar begeleiding, funding of huisvesting voor jouw onderneming? Neem dan contact op met de BIM of met BIF.

Foto door John van Hamond. v.l.n.r. Robert Koelman (NV BIM), Sven boogaard, Thomas Brocken en Niek van Andel (AgroExact)